beveiliging & veiligheid

 

dit artikel wordt mede mogelijk gemaakt door
easysecure - de nummer 1 in
biometrie, identiteit en cloud software


voor presentatie klik op plaatje.....


easy secure domconnect
easysecure identiteitsmanagement
toegangscontrole, tijdregistratie, aanwezigheid, projectregistratie, visitor management. registratie in de cloud met draadloze dom cilinders, vingerscanners, gezichtsherkenning, kaartlezers en codetableaus.

voor webinformatie klik op logo.....
easysecure
(1911-12)

voor het artikel klik op onderstaand plaatje

menselijk gedrag bij brand


door margarethe kobes
mede mogelijk gemaakt door de facilitaire vakbeurs online


















beveiliging & veiligheid


Menselijk gedrag bij brand


mede mogelijk gemaakt door facilitaire informatie online

Brand in voetbalstadion Euroborg 2008 (foto Bertel Tuitman)

Validatie van de toepassing van serious gaming in onderzoek naar brandveiligheidspsychonomie
LeoHooijmansGalileoNoordwijkFacilitaireInformatieOnlineHoezo??


Index

Een nieuwe kijk op brandveiligheid
Validatie ADMS-BART
Analysemodel vluchtveiligheid
Nachtelijke ontruimingsoefening in een hotel

Colofon



top pagina mede mogelijk gemaakt door: index


Een nieuwe kijk op brandveiligheid.

Veilig vluchten is het belangrijkste aspect bij de brandveiligheid van gebouwen. De voorzieningen in het gebouw moeten dan wel zo zijn dat in geval van brand snel gevlucht kan worden. In de praktijk blijkt dat niet altijd mogelijk te zijn. Bovendien blijken sommige aannames in het huidige brandveiligheidsbeleid niet overeen te komen met het menselijk gedrag bij werkelijke brandevacuaties.

Om brandveiligheidsmaatregelen goed af te stemmen op het werkelijke gedrag bij brand is inzicht in psychonomie van essentieel belang. Oftewel hoe functioneert en reageert de mens in zijn omgeving. Daarbij gaat het vooral om de menselijke perceptie van brand en van de gebouwde omgeving. Dit betekent dat nieuwe kennis nodig is over evacuatiegedrag. Er is vooral inzicht nodig in het proces van wayfinding, de wijze waarop mensen hun vluchtroute vinden. En hoe dit proces van wayfinding met lay-out en ontwerpmaatregelen kan worden ondersteund. Om dit inzicht te verkrijgen kan praktijkonderzoek uitgevoerd worden met de methode van onaangekondigde ontruimingsoefeningen.

Daarnaast lijkt serious gaming een geschikt instrument voor onderzoek naar passende brandveiligheidsvoorzieningen op basis van psychonomie. De belangrijkste doelstelling van het promotieonderzoek is daarom de validatie, oftewel een wetenschappelijke goedkeuring van een nieuwe onderzoeksmethode, waarbij gebruik gemaakt wordt van serious gaming. Deze nieuwe onderzoeksmethode bestaat uit een analysemodel waarmee de zelfredzaamheid bij brand in gebouwen op systematische wijze bestudeerd kan worden (Analysemodel vluchtveiligheid), en uit een virtuele omgeving waarin het menselijk gedrag uitvoerig bestudeerd kan worden, namelijk de serious game ADMS-BART.

De nieuwe onderzoeksmethode is ontwikkeld om inzicht te krijgen in het evacuatiegedrag en in het effect van het gebouwontwerp op dat evacuatiegedrag. En in het bijzonder op wayfinding. Het verkrijgen van dit inzicht is een aanvullende doelstelling van het promotieonderzoek.



top pagina mede mogelijk gemaakt door: index


Validatie ADMS-BART

ADMS-BART is de Behavioural Assessment and Research Tool in de simulatieplatform Advanced Disaster Management Simulator. ADMS-BART is een onderzoeksinstrument in de vorm van een serious game. Een serious game is een spel dat gebruik maakt van interactieve simulatie door middel van computertechnologie. Interactieve simulatie is de voorstelling van de rol van een mens, de omgeving, of van beide, die in de loop van de speltijd zullen veranderen als de speler wel of geen acties uitvoert.



Het gebruik van ADMS-BART is gevalideerd door de testresultaten in een echt hotel te vergelijken met dezelfde type testen in een virtuele replica van het hotel in de serious game. In totaal zijn 153 brandevacuatietesten in drie scenario’s bestudeerd voor de validatie-analyse, namelijk 83 testen in het echte hotel en 70 testen in het virtuele hotel. In elk afzonderlijk testscenario (zowel in het echte als in het virtuele hotel) deden ten minste 20 personen mee.

Uit het onderzoek is gebleken dat ADMS-BART gebruikt kan worden als instrument voor onderzoek naar het gedrag van wayfinding bij brand: de invloed van rook op de uitgangkeuze is in het virtuele hotel niet significant anders dan in het echte hotel. Het resultaat voor uitgangkeuze in het ‘lage bordjes scenario’ bleek in het virtuele hotel contra-intu•tief te zijn. Daardoor is de validiteit van ADMS-BART nog niet volledig aangetoond voor onderzoek naar de invloed van de locatie van vluchtrouteaanduiding op de uitgangkeuze.

Toch zijn de resultaten uit het onderzoek veelbelovend. Zo melden de deelnemers aan het onderzoek in de gebruiksvriendelijkheidstesten dat ADMS-BART een realistische omgeving simuleert. Verder geven zij aan de gesimuleerde omgeving in een gedragsonderzoek niet als een ‘spel’-situatie maar als een ‘echte’ situatie te beleven.

Uit het onderzoek is verder naar voren gekomen dat de testsituatie in de virtuele omgeving van ADMS-BART voor deelnemers overtuigender is dan de testsituatie in het echte hotel. Enkele belangrijke emoties, zoals het gevoel van nood, het gevoel van haast en het gevoel van stress, zijn namelijk significant sterker in de testen in de virtuele omgeving dan in de echte omgeving.



top pagina mede mogelijk gemaakt door: index


Analysemodel vluchtveiligheid

De mate van zelfredzaamheid bij brand en de mate van risico’s voor de aanwezigen in een gebouw zijn een belangrijke indicator voor de brandveiligheid van een gebouw.


Uit een literatuurstudie naar brandveiligheid en het menselijk gedrag bij brand is naar voren gekomen dat de mate van zelfredzaamheid wordt beïnvloed door drie groepen van factoren, namelijk de kenmerken van brand, de mens en het gebouw. De drie groepen factoren en de subfactoren zijn samengebracht in het ‘Analysemodel vluchtveiligheid’.

Het analysemodel geeft een overzicht van de kritieke factoren die de zelfredzaamheid bij brand in gebouwen bepalen en een kwalitatieve beoordeling van het effect van de kritieke factoren op vluchtveiligheid. Het gebruik van het ‘Analysemodel vluchtveiligheid’ is getoetst door het te gebruiken bij de analyse van de brand in het voetbalstadion Euroborg (april, 2008). Uit de test is naar voren gekomen dat het gebruik van het model leidt tot een systematische analyse. Verder geeft het een duidelijk overzicht van het effect van verschillende aspecten van vluchtveiligheid in een gebouw. Deze kennis is nodig voor de ontwikkeling en verbetering van brandveiligheidsbeleid en voor de toepassing van Fire Safety Engineering (FSE). Daarnaast is gebleken dat het model een toereikende voorspelling geeft van de mate van zelfredzaamheid in een gebouw.

Het ‘Analysemodel vluchtveiligheid’ kan toegepast worden op nieuwe gebouwontwerpen, bestaande gebouwen en op gebouwen waarin een brand is geweest. Bij nieuwe gebouwontwerpen kan het model gebruikt worden om maatgevende brandscenario’s en gedragscenario’s te ontwikkelen die gebaseerd zijn op zowel de kenmerken van het gebouwontwerp als de kenmerken van de te verwachten gebouwpopulatie. Bij bestaande gebouwen kan het model toegepast worden om de situatie op gebied van brandveiligheid te analyseren, door alle factoren te bestuderen die van invloed kunnen zijn op de zelfredzaamheid bij brand. Bij gebouwen waarin een brand is geweest kan het model gebruikt worden om nieuwe informatie over brandveiligheidspsychonomie te verzamelen. Deze informatie kan toegepast worden in andere bestaande FSE-instrumenten, zoals in evacuatiesimulatiesoftware, en is het bruikbaar voor de verdere ontwikkeling van FSE-instrumenten.



top pagina mede mogelijk gemaakt door: index


Nachtelijke ontruimingsoefeningen in een hotel

Om inzicht te krijgen in menselijk gedrag bij brand is praktijkonderzoek uitgevoerd naar gedrag bij wayfinding. De experimenten zijn uitgevoerd in Hotel Veluwemeer Amersfoort en in een virtuele replica van het hotel in de serious game ADMS-BART. Een ethische commissie van Universiteit Groningen heeft de onderzoeksopzet goedgekeurd.



Het onderzoek bestond uit experimenten die uitgevoerd werden in verschillende testsituaties (scenario’s). In de echte omgeving werden drie scenario’s getest, namelijk het ‘basis scenario’, het ‘rook scenario’ en het ‘lage bordjes scenario’. In de virtuele omgeving werd daar een vierde scenario aan toegevoegd: het ‘gereduceerde verlichting scenario’.

Invloed rook
De invloed van rook op wayfinding is in de echte omgeving getest. In het ‘basis scenario’ in de echte omgeving is de meerderheid (55%) van de deelnemers via de hoofduitgang gevlucht. In het ‘rook scenario’ en in het ‘lage bordjes scenario’ in de echte omgeving is de meerderheid (64%, respectievelijk 75%) daarentegen via de dichtstbijzijnde nooduitgang gevlucht. Dit wijst erop dat de aanwezigheid (of geen aanwezigheid) van waarneembare rook van invloed is op de keuze van de uitgang. In het ‘rook scenario’ is toch nog een aanzienlijk deel van de groep testpersonen (31%) via de hoofduitgang gevlucht. Dit betekent dat bijna een derde van de groep deelnemers door de rook en langs de (fictieve) brandhaard is gevlucht. In een echte brandsituatie zou dit gedrag waarschijnlijk tot slachtoffers hebben geleid. Het al of niet hebben van een BHV-achtergrond blijkt nauwelijks de keuze van de uitgang te be•nvloeden. De mate van bekendheid met de omgeving (of type van omgeving) blijkt wel van invloed te zijn op de routekeuze. Zo zijn mensen die voor het slapen gaan de vluchtroute hebben geïnspecteerd meer geneigd via de nooduitgang te vluchten.



Vluchtroute-aanduiding
Ook de invloed van de locatie van vluchtroute-aanduiding is in de echte omgeving getest. Het merendeel van de deelnemers heeft aangegeven dat zij gebruik hebben gemaakt van de vluchtroute-aanduidingen. Het gebruik van vluchtroute-aanduidingen heeft een aantoonbaar positief effect op het gebruik van de dichtstbijzijnde nooduitgang. Bovendien blijkt dat vooral de laag geplaatste bordjes duidelijke informatie geven en dat het een positieve invloed heeft op het gebruik van de nooduitgang. Daar staat tegenover dat 22% van de mensen die in het basis scenario heeft aangegeven dat zij gebruik heeft gemaakt van de vluchtrouteaanduiding de aanwijzingen op de groene borden niet heeft opgevolgd. In het rook scenario heeft 33% van de deelnemers de aanwijzingen op de borden niet opgevolgd.

Verlichtingsniveau
De invloed van het verlichtingsniveau is alleen in de virtuele omgeving getest. Het verlichtingsniveau heeft een significante invloed gehad op de keuze van de uitgang: evacuŽs zullen eerder via de dichtstbijzijnde nooduitgang vluchten wanneer sprake is van een normaal verlichtingsniveau. In de huidige regelgeving is het laag verlichtingsniveau in geval van nood geaccepteerd.

“De aannames in de huidige regelgeving over loopsnelheid en loopafstand zouden opnieuw in overweging genomen moeten worden. Dit geldt ook voor de eisen voor noodverlichting.”


Aannames loopgedrag
Verder blijkt dat de aannames over het loopgedrag die in de regelgeving worden gedaan niet overeenkomen met de resultaten uit het praktijkonderzoek in het echte hotel. Zo wordt in de regelgeving aangenomen dat gebouwgebruikers in geval van nood via de kortste route vluchten: in het scenario zonder waarneembare rook vluchtte 70% echter niet via de kortste route en in de scenario’s met waarneembare rook vluchtte 33% (lage bordjes scenario) tot 39% (rook scenario) van de deelnemers niet via de kortste route. Dat betekent dat waarschijnlijk ademhalingsproblemen zullen optreden wanneer de kortste route naar een ‘vluchtdeur’ ongeveer 30 meter is, zoals in de regelgeving wordt geaccepteerd. Daarnaast is een loopsnelheid van 1 m/s nodig om de geaccepteerde 30 meter in 30 seconden af te leggen. In totaal liep 60% van de testpersonen langzamer dan 1 m/s, terwijl in de hotelvleugel sprake was van een lage bezettingsdichtheid.



top pagina mede mogelijk gemaakt door: index


Colofon

In deze folder zijn enkele hoofdpunten opgenomen uit het promotieonderzoek van Margrethe Kobes bij de leerstoel Crisisbeheersing en Fysieke Veiligheid van de Vrije Universiteit Amsterdam, in samenwerking met het NIFV en de leerstoel Architectonische Ontwerpsystemen van de Technische Universiteit Eindhoven.
De volledige rapportage van het onderzoek kunt u vinden in het proefschrift ‘Understanding human behaviour in fire’, verkrijgbaar via www.nifv.nl
Omslagfoto: Brand stadion Euroborg (Tuitman 2008)
Vertaling van .pdf naar .html: Leo Hooijmans (2 december 2010)

Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid
Postbus 7010, 6801 HA Arnhem
T 026 355 24 00
F 026 351 50 51
info@nifv.nl, www.nifv.nl

Meer info: brochures op www.nifv.nl:
• ‘Psychonomie en brandveiligheid - Een nieuwe kijk op fire safety engineering’
• ‘Zelfredzaamheid bij brand - Tien mythen ontkracht’
• ‘Analysemodel vluchtveiligheid – Systematische analyse van vluchtveiligheid van gebouwen’
• ‘Wayfinding bij brand - Nachtelijke ontruimingsoefeningen in een hotel’


top pagina mede mogelijk gemaakt door: index

DezeTekstIsVanLeoHooijmansGalileoNoordwijkFacilitaireInformatieOnline


dit vakartikel is mede mogelijk gemaakt door

easysecure - de nummer 1 in
biometrie, identiteit en cloud software


voor presentatie klik op plaatje.....


easy secure domconnect
easysecure identiteitsmanagement
toegangscontrole, tijdregistratie, aanwezigheid, projectregistratie, visitor management. registratie in de cloud met draadloze dom cilinders, vingerscanners, gezichtsherkenning, kaartlezers en codetableaus.

voor webinformatie klik op logo.....
easysecure
(1911-12)


facilitaire-informatie-online.nl ©
ingevoerd op 2 december
2010
het laatst gewijzigd op 29-12-2019

voorwaarden voor gebruik/bezoek van deze website: klik hier....
(de kleine lettertjes, maar dan iets groter)