«« gebouw(kunde), kantoor (concepten) & vastgoed


Rijksarchieven - Deel 1


uit smaak 45, tijdschrift van de rijksgebouwendienst
mede mogelijk gemaakt door facilitaire aanbieders online

Brug die de Provinciale Bibliotheken en het Tresaor in Leeuwarden met elkaar verbindt.

Regionale Historische Centra staan voor een cultuuromslag. Wie wat bewaart heeft wat!

LeoHooijmansGalileoNoordwijkFacilitaireInformatieOnlineHoezo??
In het centrum van Leeuwarden, met fraai uitzicht op een singel, huist sinds 2002 Tresoar, wat schatkamer betekent in het Fries. In de rijksmond is dit instituut een Regionaal Historisch Centrum (Rhc), een erfgoedinstituut dat per provincie de decentrale rijksarchieven bewaart, aangevuld met lokale en regionale historische collecties.
De gebouwen van Tresoar, beide van architect Piet Tauber (1927), hadden vóór 2002 ook al een bewaarfunctie. Het grootste van de twee, met zijn fraai geritmeerde raampartijen in een strakke gevel, is in 1966 door de provincie opgetrokken voor het Frysk Letterkundig Museum en de deels uit unieke private collecties opgebouwde Provinciale Bibliotheek. Het kleinere gebouw ernaast, eigendom van de Rijksgebouwen dienst en ruim tien jaar jonger, herbergde tot 2002 de rijksarchieven over Friesland.
Toen deze instellingen opgingen in Tresoar, werden beide panden met een loopbrug verbonden en kreeg het voormalige bibliotheekgebouw alle publieksfuncties toebedeeld. Die bleken echter moeilijk verenigbaar met de wat hokkerige indeling van het pand. Vorig jaar ging daarom een grote inwendige verbouwing van start. De binnenwanden zijn weggebroken om voor de bezoekers van Tresoar een interessant en drempelloos 'zwerfgebied' te creëren.


SPECTACULAIR
Alle provinciehoofdsteden herbergen zo'n Regionaal Historisch Centrum (behalve Den Haag, waar het Nationaal Archief voor Zuid- Holland de documenten beheert).
Zes van deze centra hebben, zoals Tresoar in Leeuwarden, een moderne behuizing. De andere vijf zijn gevestigd in spectaculaire rijksmonumenten: kerken, een klooster, een stadspaleis, een fort. In vrijwel alle gevallen is de Rijksgebouwendienst eigenaar.
De Rhc's ontstonden tussen 1999 en 2005 uit fusies tussen de decentraal opgeslagen rijksarchieven en een veelvoud aan plaatselijke of regionale collecties. Het ooit wat introverte bestaan van veel van de fuserende partijen kreeg daardoor een flinke impuls.
Onder een gemeenschappelijk bestuur van de participanten (rijk, deelnemende gemeenten, particuliere stichtingen en soms de provincie) is in alle centra hard gewerkt aan ontsluiting van de collecties voor een breder publiek.
Kwamen er vroeger hooguit wetenschappers en liefhebberende bejaarden rondneuzen, de gefuseerde centra willen alle bevolkingslagen binnenlokken, jong en oud. Ze organiseren exposities,rondleidingen en cursussen. Daarnaast bouwen ze aan de digitalisering van hun collectie, met zoekdiensten en interactieve presentaties.



IDENTITEIT
'De centra hebben een eigen karakter gekregen', vertelt Cécile van der Tweel, sectorhoofd bij het Nationaal Archief. 'Dat lag ook voor de hand, want hun materiaal biedt prachtige kansen om de identiteit van de regio te profileren en te versterken. En daarbij komt dat de collecties in elke provincie anders zijn samengesteld. De meeste zijn op zijn minst samengegaan met het gemeentearchief van de provinciehoofdstad, maar vaak kwamen er nog andere waardevolle collecties bij. Zo heeft het Zeeuws Archief veel VOC-materiaal, dat geeft een interessant internationaal tintje. En Utrecht heeft bijvoorbeeld de kerkelijke en de NS-archieven erbij.'
De Rhc's van Friesland en Noord-Brabant zijn weer op een andere manier uitzonderlijk. 'De stadsarchieven van Leeuwarden en Den Bosch zijn erbuiten gebleven. Maar daar zijn de rijksarchieven samengegaan met interessante regionale en provinciale collecties.'


PROVINCIES

De vroeger zo statische bewaarplaatsen zijn op allerlei manieren in beweging. Enerzijds breiden de collecties en de presentatievormen zich uit, anderzijds wordt er bij veel Rhc's met verbouw of nieuwbouw gewerkt aan een betere huisvesting en publieksservice. Bovendien wacht een Bestuursakkoord uit 2008 op uitvoering. Het rijk gaat zich als partner terugtrekken en de Rhc's overdragen aan de provincies.
'Voor de provincies is dat aantrekkelijk', vertelt Van der Tweel, die projectleider is van deze volgende decentralisatie. 'Zij willen graag een rol in de ondersteuning van het cultureel erfgoed van hun regio. Het zal echter nog wel even duren voordat de complete decentralisatie rond is. Het rijk en de provincies moeten het nog eens worden over de condities van de overdracht.'
Niet alleen de financiën spelen daarbij een rol. Ook de harmonisatie van de decentrale digitale bestanden is onderwerp van overleg. 'Een consortium van de Rhc's en het Nationaal Archief werkt aan de ontwikkeling van een zogeheten e-Overheid en een e-Archief. We
hopen de digitalisering uiteindelijk zó te stroomlijnen dat het voor informatiezoekers mogelijk wordt om dwarsverbanden te leggen tussen de collecties.'



Schatkamers van de geschiedenis

ONLINE
Digitalisering moet uiteindelijk ook het antwoord worden op het grote ruimtebeslag van de Rhc-depots en de toenemende informatiehonger van het publiek. Groeiden de depots in het verleden al enkele malen uit hun jas, en puilden de studiezalen steeds verder uit met stamboomvorsers en gelegenheidsbezoekers, die ontwikkeling kan elektronisch worden gekeerd.
'Al jaren loopt het bezoek aan onze studiezaal terug met tien procent per jaar', vertelt Leo van Wijk, directeur bedrijfsvoering van het Gelders Archief. 'Mensen kunnen nu online veel opzoeken, en doen dat ook graag. Degenen die wél komen, zijn veel beter voorbereid, en hebben vaak ook een heel pakket wensen. Het aantal aanvragen van originele stukken blijft daardoor gelijk.' Andere Rhc's rapporteren dezelfde trend.
De depotruimte blijft bij veel Rhc's voorlopig nog wel een capaciteitspuzzel. 'Het papier blijft komen', aldus Eric Boers, die bij de Rijksgebouwendienst naast andere Ocw-gelieerde organisaties de Rhc's in portefeuille heeft.' Zelfs nu nog produceren de rijksdiensten gigantisch veel papier, rapporten en boeken, en de decentrale depots krijgen dat met jaren vertraging aangeleverd (zie 'Oud papier met eeuwigheidswaarde'). Een aantal depots heeft zijn capaciteit kunnen vergroten door gewone stellingen te vervangen door rollende, maar in sommigen monumenten is de vloer niet op de gewichtstoename berekend en moeten we dat gewoon verbieden.'

GRANAATINSLAG
Depotruimte voor het kwetsbare archiefmateriaal is per definitie dure ruimte. De wettelijke klimaateisen en de bouwkundige eisen zijn vorig jaar nog aangescherpt. Voor het Gelders Archief is nieuwbouw noodzaak. 'Onze vijf bomvolle depots, die verspreid liggen in de provincie, zijn allemaal afgekeurd. De buitenmuren zijn niet bestand tegen granaatinslag,' aldus Van Wijk.
Aan de rand van de Arnhemse binnenstad is grond aangeschaft voor een geheel nieuw onderkomen, waarin mogelijk ook het Nederlands Openluchtmuseum zijn depots zal huisvesten,om extra kosten te besparen. En al is een dijkbreuk onwaarschijnlijk, alle bewaarfuncties komen voor de zekerheid op de hogere etages.
Waterschade is een nachtmerrie voor archieven.Toch zijn de collecties van sommige Rhc's in kelderruimtes ondergebracht. 'Depots onder zee of rivierniveau blijven een risico', erkent Boers van de Rijksgebouwendienst. 'Maar dat wordt beperkt met maatregelen zoals waterdichte deuren. Ook vermijden we zoveel mogelijk installaties waar vloeistof doorheen loopt. We hebben overigens ook nog wel eens te maken met lekkende daken of, in deze strenge winter, onverwachte condensvorming op zogenoemde koudebruggen in de gebouwen. Gelukkig bestaan er tegenwoordig vriesdrooginstallaties om natte documenten te redden.'



STREKKENDE METERS
Archivarissen drukken de omvang van hun collecties uit in plankruimte. Zo noteert het Noord-Hollands Archief de aanwinst van 45 centimeter over het IJmuider Operette Gezelschap, en bezit het Erfgoedcentrum Nieuw Land in Flevoland zeven meter documenten van de Zuiderzeevereniging. De collecties van de Rhc's belopen naar schatting tussen de vijftien en vijfendertig kilometer per vestiging.
De Rijksgebouwendienst registreert uiteraard ook oppervlaktematen. Samen benutten de Rhc's 65.000 vierkante meter rijksbezit. (De vestiging in Flevoland en enkele depots elders zijn geen rijksbezit). Met het Nationaal Archief,dat in zijn eentje 35.000 vierkante meter inneemt, beloopt de huidige archiefcapaciteit van het rijk dus een verrassend rond getal.
Of dat zo blijft,is de vraag.'De politiek moet beslissen over de consequenties van de bestuurlijke decentralisatie', aldus Boers. 'Als Rijksgebouwendienst zijn wij een agentschap dat de beslissing helpt uitvoeren.De gebouwen moeten voor de Staat der Nederlanden een bepaalde opbrengst hebben, of wij ze nu gaan verhuren of verkopen.De monumenten zijn bijna allemaal categorie 1, die hebben een hoge culturele waarde. De marktwaarde zal uiteraard lager liggen.' Het overleg tussen OCW, de provincies en de betrokken gemeenten over de toekomst van de gebouwen moet nog plaatsvinden.

FRIESE SCHATTEN
De rijkdom van de collecties zelf is moeilijk te overschatten. De taaiere overheidsstukken mogen dan alleen wetenschappers aanspreken, de meeste Rhc's maken inmiddels goede sier met unieke, veelzeggende brieven, boeken, prenten, kaarten, foto's, films en bijzondere objecten. Regelmatig zijn er nieuwe aanwin sten,ook uit particulier bezit.
In het Friese Tresoar krijgen straks 18e-eeuwse juridische bewijsstukken, zoals een echte kerfstok en gestolen zilveren voorwerpen,een plaats in het verbouwde Tauber gebouw. Ook een stokoude schatkist en een schrijfkistje uit 1776 zullen er te zien zijn, evenals originele oude handschriften. Maar er komt ook ruimte voor literaire aanwinsten, die dankzij de letterkundigmuseum functie gestaag binnenkomen. Tresoar heropent volgende maand met zijn compleet nieuwe inrichting.
'Die is gebaseerd op het box-in-the-box-principe, zodat de gevel met zijn mooie raampartijen helemaal vrij blijft', licht Tresaar-directeur Bert Looper toe.' Op de open begane grond komen een kaartenkamer,een Fries literair kabinet en een filmzaal.'
Met deze faciliteiten kan Tresoar een bredere bezoekersstroom verwachten dan de meeste Rhc's. 'Het wordt een ontmoetingsplaats,want mensen die online interesses delen, willen elkaar ook offline kunnen ontmoeten.We hopen binnen twee jaar naar vijftigduizend bezoekers toe te groeien.'
Die ambitie gaat goed samen met de klassieke archieffunctie, verzekert de directeur. 'Boven komen er twee stille studiezalen, en onze depots zijn veilig ondergebracht in het andere gebouw.' Vrees voor krapte heeft hij evenmin. 'Met de nieuwe presentatie kunnen we jaren vooruit. We kunnen voortdurend blijven veranderen, dit gebouw heeft nog zoveel overmaat.


OUD PAPIER MET EEUWIGHEIDSWAARDE

Al decennialang wordt het 'oud papier' van rijk en provincie volgens een wettelijke Archiefregeling overgedragen aan decentrale depots in de provinciehoofdsteden. Dat papier (maar ook steeds vaker films, ander beeldmateriaal en digitale bestanden) komt onder andere van Rijkswaterstaat, Kadaster, rechtbanken, onderwijsinstellingen en gevangenissen, en van Gedeputeerde Staten.

De Regionale Historische Centra, waarin de voormalige rijksarchieven enkele jaren zijn opgegaan, nemen alleen dossiers over cultuurhistorische waarde. Alle archiefmateriaal van rijk en provincies ligt namelijk eerst maximaal twintig jaar opgeslagen in het archief van de betreffende instatie. In die periode wordt ongeveer tachtig procent geselecteerd voor vernietiging.
De resterende twintig procent krijgt het stempel 'eeuwigheidswaarde'.
Dit materiaal moet binnen een wettelijk vastgestelde termijn en onder strenge fysieke voorwaarden worden overgedragen aan het betrokken Regionaal Historisch Centrum of aan het Nationaal Archief.


Dit artikel 'Rijksarchieven deel 1' maakt deel uit van een serie over provinciaal gevestigde archieven in rijksmonumenten of uitzonderlijke gebouwen van de RGD. Het stond in SMAAK 45 in februari 2010.
De tekst is van Carien Overdijk. De foto's van Roelof Pot.
De publicatie op 'facilitaire informatie online' is mogelijk gemaakt met toestemming van Jaap Huisman, hoofdredacteur van SMAAK.


gebouwen met smaak!
zie ook de overige delen, die beschreven zijn in SMAAK. een magazine van de rijksgebouwendienst.

SMAAK staat voor Stedebouw, Monumentenzorg, Architectuurbeleid, Architectuur en Kunst.


[naar top]
DezeTekstIsVanLeoHooijmansGalileoNoordwijkFacilitaireInformatieOnline
Dit document niet uitprinten, aub. Denk aan het milieu en uw onkosten.
Wilt u het nog een keer lezen maak een bladwijzer (favoriet).
Wilt u het artikel door een ander laten lezen, stuur een link door.



uit smaak 45, tijdschrift van de rijksgebouwendienst

SMAAK - Blad voor de Rijkshuisvesting

Postbus 20952, 2500 EZ Den Haag,
[T] 0800 899 1103

mooi digitaal te lezen!
klik op 'SMAAK magazine'

mede mogelijk gemaakt door facilitaire aanbieders online

Facilitaire Aanbieders Online


voor zoeken naar producten/diensten en verenigingen
klik op foto....





facilitaire-informatie-online.nl ©
ingevoerd op 3 augustus 2011
het laatst gewijzigd op 29-12-2012

voorwaarden voor gebruik/bezoek van deze website: klik hier....
(de kleine lettertjes, maar dan iets groter)