«« gebouw(kunde),
kantoor(concepten) & vastgoed


Noodzaak om duurzaam te bouwen


deze informatie wordt u aangeboden door de nda/dak+bouw
mede mogelijk gemaakt door facilitaire aanbieders online

De Zuidkas (afbeelding DAK+BOUW zomer 2009)

Vroeger was er geen noodzaak om duurzaam te bouwen, nu wel!
LeoHooijmansGalileoNoordwijkFacilitaireInformatieOnlineHoezo??
Al in 1992 stelde architect Paul de Ruiter, in het kader van een dissertatie, hypotheses op over gebouwen die meer energie produceren dan consumeren. In die periode gebruikte hij ook al het begrip ‘groendak’. En ook het zelf verzonnen woord ‘krachtdak’ kwam in die tijd al voor in zijn publicaties.

Het promotieonderzoek en de dissertatie zijn nooit gereedgekomen, omdat hij in 1994 zijn eigen architectenbureau begon. Dat vroeg méér van zijn aandacht. Maar het pionierschap van Paul de Ruiter (47) is gebleven. Hij ontwierp intussen zijn energieneutrale gebouwen: gebouwen die geen aansluiting op het gas- of lichtnet nodig hebben.

In Middelburg staat het meest pregnante daarvan: het hoofdkantoor van Rijkswaterstaat langs het Kanaal door Walcheren. ‘Groendaken’ hebben in Nederland ook hun functie gekregen voor waterbuffering, biodiversiteit, CO2-opname en fijnstofafvang. En ‘krachtdaken’ zijn er ook gekomen, al heten ze nu meestal productiedaken: voor de opwekking van warmte en stroom.

Goed en gezond.
Het idealistisch statement van Paul de Ruiter is: In onze ontwerpen stellen wij de mens en de mensheid centraal met als doel gebouwen en steden te maken waarin mensen zich prettig voelen, zonder dat dit ten koste gaat van het milieu en de economische haalbaarheid. De opgave is om tot een ontwerp te komen dat energie oplevert, zowel in technische als in menselijke zin. Duurzame gebouwen hebben een duidelijke invloed op de samenleving. Ze vitaliseren en leiden daarmee tot nieuwe inzichten en hogere prestaties.

“Ik wil gebouwen maken waar mensen zich prettig in voelen. Een goed en gezond gebouw laat de mens gelukkiger werken of wonen. Een gebouw moet energie geven aan de gebruiker. Hij moet er vrolijk van worden.”

De Amsterdamse architect werkt aan dat ideaal door gebouwen te ontwerpen die zo min mogelijk energie nodig hebben. Bijvoorbeeld door te zorgen dat er ’s winters zo veel mogelijk zonnewarmte binnenkomt en ’s zomers zo weinig mogelijk. Hij ontwierp hiervoor onder meer de ‘kameleonhuid’, een gevel die zich met lamellen aanpast aan de zon. Daarnaast wordt overtollige warmte ’s zomers diep onder het gebouw opgeslagen en ‘s winters gebruikt om het gebouw te verwarmen.

Behalve voor Rijkswaterstaat in Middelburg ontwierp hij ook het nieuwe energiezuinige hoofdkantoor van Transavia (op Schiphol) met de eerste Leed Platinum certificering van Europe. Hij werkt ook aan CO2-neutrale gebouwen. Het nieuwe hoofdkantoor van TNT (Hoofddorp) benadert die wens heel dicht. Het wordt een van de duurzaamste gebouwen van Nederland.

Hoofdpijn.
Overigens maakt De Ruiter verschil tussen ‘energiezuinig’ en ‘duurzaam’. Volgens hem is duurzaam méér dan energiezuinig. “Een energiezuinige school hoeft niet per se een goede school te zijn. Als de kinderen hoofdpijn krijgen, is er geen sprake van een duurzaam schoolgebouw, want duurzaam is per defnitie niet slecht voor de gezondheid.”

Toch gaat hij stug door met het perfectioneren van de ontwerpen voor gebouwen die meer energie produceren dan ze verbruiken. “Men dacht in 1992, toen ik duurzaamheid begon te onderzoeken, dat energieneutrale gebouwen niet te verwezenlijken zouden zijn. Achteraf is gebleken, dat dat wél kon, ook al is de techniek sinds 1992 niet eens zo veel veranderd. Alles was toen óók al bekend. Maar in 1992 was er geen echte noodzaak om duurzame gebouwen te willen.

Dat is nu anders: we hebben te maken gekregen met klimaatveranderingen en de energieprijzen zijn emiddeld sterk omhooggegaan. Er is nu dus wél noodzaak.”

Dat betekent niet automatisch dat er nu uitsluitend energieneutrale gebouwen worden ontworpen en gebouwd… “Nee, dat is waar. Dát hangt af van de opdrachtgever en hoe die de architect zijn werk laat doen. Soms hebben ontwikkelaars een verdeel- en heerstechniek. Dan is er te veel versnippering. Die ontwikkelaars zitten niet op integraliteit te wachten. Je moet dus als architect de ruimte krijgen. Men moet je die gunnen. Intussen heeft ons bureau gelukkig aardig wat maatschappelijke ruimte gekregen. Maar dat heeft óók te maken met visie, met hoe je tegen je vak aankijkt. Als een architect afglijdt tot alléén maar een vormgever of een kleurbepaler, ja, dan is hij geen architect meer. Dan is hij stilist geworden.”

Hoe gaan de architecten in Nederland om met de economische crisis? “Nou, ons architectenbureau krijgt nu veel opdrachten, omdat we in het verleden veel geïnvesteerd hebben in onze duurzame ideeën en in de verspreiding daarvan. Dat begint zich nu terug te betalen. Andere hebben het moeilijker. Die zien het vet van de botten verdwijnen. Dat doet zich vooral bij de grote architectenbureaus voor. Zij zijn te groot gegroeid en ze hebben te weinig gedaan aan R&D over wat de toekomst zou brengen. Dat breekt ze nu op.


Paul de Ruiter

En de bouwbedrijven?
“In de aannemerij verwacht ik een grote slag. Veel bedrijven zijn groter en groter geworden, en efficiënter. Maar die strategie is niet meer houdbaar. Er valt meer prefab bouw te verwachten, een betere voorbereiding van het bouwproces en andere vormen van samenwerking.

Welke vormen van samenwerking?
Dat zullen we zien. Voor integraal ontwerpen is in elk geval meer samenwerking nodig tussen overheid, architect en bouwer.
Veel winst valt te halen met PPS-achtige constructies, maar ja, veel van dit soort constructies mislukken omdat de overheid geen financiële risico’s wil lopen.”

Cradle to Cradle: wordt dat wat?
“Ik beschouw Cradle to Cradle als een commercieel verschijnsel, als een soort duurzaamheidskeurmerk van mensen die een theorie bedacht hebben. Die theorie is goed toepasbaar op materialen, maar niet op gebouwen of hele wijken. C2C maakt bewust. Niet meer dan dat. Ik denk dat over vijf jaar niemand het nog over C2C heeft.”



De Zuidkas aan de Zuidas kent vier gescheiden kringlopen: afval, water, warmte, energie en CO2.

Architectenbureau Paul de Ruiter is betrokken geweest bij een bijzondere studie in opdracht van de Rijksgebouwendienst. De case study was niet bedoeld om een reëel gebouw te ontwerpen, maar om ideeën te ontwikkelen over een nieuwe generatie duurzame rijksgebouwen. De studie staat bekend onder de naam ‘Zuid-kas’, een rechtstreekse verwijzing naar de omgeving waar het fictieve gebouw zou kunnen staan: de Zuidas in Amsterdam.

Behalve bureau Paul de Ruiter deden nog vier andere architectenkantoren mee met de brainstorming en het ontwikkelen van de Zuidkas-milieu-ideeën. In het denkbeeldige kantoorgebouw (voor 1.000 rijksambtenaren) worden samenlevingsfuncties gemengd op een wijze die doet denken aan de architectuurfilosofieën van Le Corbusiers Uniteé d’Habitation.

Ook de ‘Zuidkas’ is een sterk autarkische unit met allerlei functies onder één dak: wonen, werken, scholing, parkeren, winkelen, restaurants, tuinen en een biogas-elektracentrale. Het eigenlijke gebouw is omhuld door een glazen stolp: de ‘kas’. De ‘Zuidkas’ kent vier gescheiden kringlopen: afval, water, warmte, energie en CO2. Voor het neutraliseren van de (weinige) CO2 die het gebouw produceert, zijn diverse vernuftige oplossingen bedacht. Een ervan is, dat de CO2 naar een (met glas overdekte) botanische tuin en schooltuin wordt gevoerd en dat de plantenbladeren het gas daar opnemen. Bladeren zetten CO2 om in zuurstof. Uitgerekend is, dat de planten iets meer kunnen opnemen dan het gebouw produceert.

Meer informatie op:

De Zuidkas


www.de zuidkas.nl

voor informatie klik op foto.....,

(1204-01)
Architectenbureau Paul de Ruiter


www.paulderuiter.nl

voor informatie klik op foto.....,

(1204-01)


Bovenstaande tekst komt uit het vakblad DAK+BOUW
Opinie en ideevorming voor management -2- zomer 2009
Zie link in inderstaand kader!

[naar top]
DezeTekstIsVanLeoHooijmansGalileoNoordwijkFacilitaireInformatieOnline
Dit document niet uitprinten, aub. Denk aan het milieu en uw onkosten.
Wilt u het nog een keer lezen maak een bladwijzer (favoriet).
Wilt u het artikel door een ander laten lezen, stuur een link door.



deze informatie wordt u aangeboden door de nda/dak+bouw

DAK+BOUW trefpunt van daktechniek
NDA Nederlandse Dakdekkers Associatie
Almere, [T] +31 36 530 4960

www.dakinfo.nl
voor informatie klik op foto.....,

(1204-01)
mede mogelijk gemaakt door facilitaire aanbieders online

Facilitaire Aanbieders Online


voor zoeken naar producten/diensten en verenigingen
klik op foto....



facilitaire-informatie-online.nl ©
ingevoerd op 05 april 2012
het laatst gewijzigd op 29-12-2012

voorwaarden voor gebruik/bezoek van deze website: klik hier....
(de kleine lettertjes, maar dan iets groter)